Pauze indrukken? De premier vergist van zich knop: het is tijd om te fastforwarden

Biodiversiteit is een overkoepelende term voor alle levensvormen op onze planeet. Net als voor klimaatverandering is er overtuigend wetenschappelijk bewijs voor de negatieve impact van de toenemende menselijke bedrijvigheid op die biodiversiteit. En we begrijpen ook steeds beter hoe belangrijk een biodiverse omgeving is voor onze eigen levenskwaliteit. In een omgeving waar de biodiversiteit stelselmatig verschraalt, stapelen lastige problemen zich op. De relatie tussen biodiversiteit en de mentale en fysieke gezondheid van mensen wordt bijvoorbeeld almaar duidelijker. De toestand van biodiversiteit is dus een complex verhaal dat zeer nauw verbonden is met onze gezondheid, menselijke bedrijvigheid en levenskwaliteit. 

Die soms ongemakkelijke kennis zit niet alleen in academische ivoren torens. Het World Economic Forum stelt onomwonden dat 50% van de globale economie stevig onder druk komt door biodiversiteitsverlies. Samen met klimaatverandering staat biodiversiteitsverlies bovenaan het lijstje van de grote problemen die ook volgens dit forum dringend en ingrijpend aangepakt moeten worden. Reeds in 2021 publiceerde het World Business Council for Sustainable Development “Embracing a Global Goal for Nature” waarin gepleit wordt voor geen nettoverlies aan biodiversiteit vanaf 2020 en een netto-toename vanaf 2030 om te komen tot een betekenisvol herstel tegen 2050.

Dus? Even tijd voor de pauzeknop, meent onze premier. Wellicht begrijpen sommige toppolitici beter het probleem van klimaatverandering, dan de biodiversiteitscrisis. België en Vlaanderen hebben nochtans voldoende expertise in huis om zowel de omvang van de biodiversiteitscrisis als de oplossingsrichtingen aan onze beleidsverantwoordelijken duidelijk te maken, wat ook in vele gremia gebeurt. Door te stellen dat we nu prioritair ambities rond klimaatverandering moeten waarmaken en daarvoor maatregelen rond natuurbehoud en -herstel beter uitstellen, maakt de premier een cruciale denkfout. Het impliceert namelijk dat natuurherstel niets te maken heeft met klimaatverandering. Dat is manifest onjuist. Natuurbehoud en -herstel zijn net een cruciaal deel van de oplossing voor de klimaatuitdaging.

Natuurgebaseerde oplossingen zijn essentieel om klimaatneutraliteit in 2050 te bereiken en de opwarming van de aarde onder de 1.5°C te houden. De klimaatmodellen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) tonen dat een snelle en drastische reductie van de uitstoot van broeikasgassen nodig is om deze doelstelling te kunnen bereiken, maar dat tegelijkertijd ook een verhoging van de opslagcapaciteit van ecosystemen moet gerealiseerd worden. Zonder die bijkomende opname van broeikasgassen door onze ecosystemen kan de restuitstoot van landbouw en industrie – die nooit helemaal nul kan worden – onmogelijk gecompenseerd worden. Wanneer ecosystemen degraderen kunnen ze bovendien meer broeikasgassen gaan uitstoten dan opnemen. Degradatie voorkomen en omkeren vermijdt dus bijkomende netto uitstoot. Grootschalig natuurherstel is dus het essentiële sluitstuk van het globale klimaatbeleid.

Ecosystemen kunnen hun rol in het klimaatvraagstuk enkel vervullen wanneer ze opgewassen zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. En daarin speelt biodiversiteit een centrale rol. Dertig jaar onderzoek en duizenden wetenschappelijke publicaties hebben inmiddels aangetoond dat meer complexe en biodiverse ecosystemen beter functioneren en een hogere veerkracht hebben dan verarmde, gedegradeerde systemen. Mitigatie – het tegengaan van de klimaatverandering – en adaptatie – het zich aanpassen aan klimaatverandering – zijn twee zijdes van dezelfde medaille. Herbebossing is bijvoorbeeld één van die belangrijke natuurgebaseerde oplossingen, maar zal enkel effectief zijn wanneer de herstelde bossen bestand zijn tegen de steeds frequenter wordende droogtes, stormen, en andere extreme weersomstandigheden. Hetzelfde geldt voor graslanden en veengebieden. Zij kunnen grote hoeveelheden koolstof vasthouden en bovendien een cruciale rol spelen in de hydrologische cyclus als spons, door water te bergen bij veel neerslag en het later weer af te geven. Maar gedegradeerde veengebieden zijn juist een bron van CO2 en verliezen hun belangrijke sponswerking.

Het leeuwendeel van de ecosystemen in Europa is momenteel gedegradeerd en vandaar het voorstel voor een natuurherstelwet en de ambitie om sterk in te zetten op een grootschalig ecosysteemherstel als een essentieel element in zowel klimaatmitigatie als -adaptatie.

Het voorstel voor een natuurherstelwet komt dus niet zomaar uit het niets en onderzoek onderbouwt waarom het een hoeksteen vormt van de Europese Green deal, een breed, samenhangend totaalpakket van maatregelen die de EU voorstelt om de klimaatambities en de transitie naar een duurzame maatschappij te realiseren. Bovendien toont meer en meer onderzoek aan dat natuurgebaseerde maatregelen vaak het meest kostenefficiënt zijn. Het houdt dus geen steek om aan ‘cherry picking’ te doen door je enkel te engageren voor maatregelenpakket A (CO2-reductie), maar liever niet in te zetten op pakket B (natuurherstel). Sterker nog: indien je enkel inzet op pakket A, zal dat onvermijdelijk leiden tot een verdere aanscherping van de reductiedoelstellingen. Zoniet zal het onmogelijk zijn om klimaatneutraliteit in het vizier te houden.

De premier en sommige andere beleidsmakers vergissen zich van knop. Naast de pauzeknop staat de ‘fast forward’-knop.  De effectiviteit van natuurgebaseerde oplossingen voor klimaat daalt met toenemende opwarming. Het is deze knop die ingedrukt moet worden indien we onze positie als welvarend, innovatiegedreven land willen behouden. Een crisis rijmt niet op pauze, maar vergt een beleid dat zich zo veel als mogelijk baseert op kennis, feiten en inzichten. Die zijn ook belangrijk voor de ontwikkeling van een maatschappelijk draagvlak voor gepaste maatregelen. Mouwen meteen oprollen dus en met kennis van zaken werken aan een leefbare en biodiverse omgeving, ook voor onze landbouw, industrie en gezondheid van morgen. Het zal samen moeten gebeuren, en zonder pauze.

Lander Baeten (UGent), Patrick Meire (UAntwerpen), Hans Van Dyck (UCLouvain), Kris Verheyen (UGent)

Dit stuk werd mee onderschreven door:

Natalie Beenaerts (UHasselt), Kristien Brans (VUB), Olivier Honnay (KULeuven), Bart Muys (KULeuven), Thomas Merckx (VUB), Jonas Schoelynck (UAntwerpen), Rudy Van Diggelen (UAntwerpen), Koenraad Van Meerbeek (KULeuven), Hans Verbeeck (UGent), Renate Wesselingh (UCLouvain)

Deze post verscheen als opinie in de De Standaard op 25/05/2023, naar aanleiding van uitspraken van premier De Croo omtrent ontkoppeling van klimaat- en biodiversiteitsmaatregelen.

Foto’s:

Cover: Photo by Rui Silvestre on Unsplash

Foto 1: Photo by Alenka Skvarc on Unsplash

Foto 2: Photo by Markus Spiske on Unsplash

Plaats een reactie