Kijk eens om u heen… en tel hoeveel voorwerpen uit plastiek u ziet. Plastiek is letterlijk niet meer weg te denken in onze huidige maatschappij. Wist u trouwens dat het eerste plastiek, Bakeliet, uitgevonden werd door een Belg, Leo Baekeland, in 1907? Waarschijnlijk besefte Baekeland zelf niet wat een ingrijpende impact plastiek op de wereld zou hebben.
Leo Baekeland veranderde de wereld met zijn revolutionaire uitvinding.
Tegenwoordig is plastiek overal, waarbij je “overal” letterlijk moet nemen. Het onbewoonde eiland Henderson, wat zowat de meest afgelegen plaats ter wereld moet zijn, ergens halverwege in de grote Oceaan, blijkt vol plastiek te liggen (18 miljoen ton om precies te zijn!). Op het nabijgelegen eiland Pitcairn hebben de inwoners (ze zijn met minder dan 50 en het zijn verre afstammelingen van de muiters van de Bounty) hun eigen paradijsje de laatste decennia zien veranderen in een vuilnisbelt, waarbij plastieken “geschenken” uit alle hoeken van de wereld aanspoelen op het strand.
Met Google Streetview kan je zelf een kijkje nemen op de plastieken stranden van Henderson Island.
Er zijn in de oceanen dan ook ‘drijvende plastieken eilanden’ ontstaan, waar enorme hoeveelheden plastic en ander afval wordt verzameld. Afval dat in zee drijft, wordt door ringvormige zeestromingen meegevoerd en stapelt zich op waar deze stromingen bij elkaar komen. Opkuisinitiatieven, zoals de Ocean Cleanup, hebben het probleem op de kaart gezet, en kunnen een goede eerste stap zijn naar een oplossing.
Aankondiging van de start van de Ocean Cleanup actie, mei 2017. Beeld: http://www.theoceancleanup.com
Maar we moeten ons ook realiseren dat voorkomen steeds beter is dan genezen. De verwachte plastiekproductie wereldwijd zal immers de komende decennia fel toenemen. De kans is dus groot dat terwijl de oceaan wordt opgekuist, er zijdelings alweer meer plastiek in spoelt. De echte oplossing (en meest economische investering op lange termijn) ligt in het aanpakken van het probleem bij de bron: onze afhankelijkheid van plastiek verminderen, innoveren met alternatieven en investeren in een circulaire plastiekeconomie, waarbij plastiek wordt gemaakt van … oud plastiek.
Grootschalige schoonmaakoperaties zoals de Ocean Cleanup kunnen ook enkel de grote stukken plastiek opruimen. Maar die vormen slechts een deel van de plastificering van de wereld. Een minder zichtbaar, maar zeker niet onbelangrijker probleem zijn de micro- en de nanoplastics. Dit zijn minuscule plastiekdeeltjes, die vaak slechts met een microscoop te detecteren zijn. Ze ontstaan door langzame afbraak van plastic afval onder invloed van zonlicht en de inwerking van zeewater. Maar microplastic deeltjes zitten ook bijvoorbeeld in shampoo en tandpasta, in de vorm van “scrubs”. Deze worden letterlijk toegevoegd om je tanden te schuren (‘to scrub’), of om oude huidcellen efficiënt te verwijderen. Ook bij het wassen van synthetische kleding (bv. fleece truien) kunnen minuscule microplastics in het milieu terechtkomen.
Nano-plastics zijn tot 1000 keer zo klein als een algencel (Bron: wur.nl)
Deze microplastics vinden we meer en meer terug op de meest onverwachte plaatsen. In het ijs dat afsmelt door klimaatverandering, vinden we microplastics terug die decennia geleden werden geproduceerd. Op de bodem van de oceaan accumuleert vandaag niet alleen zand weggeblazen uit de Sahara of de skeletjes van afgestorven plankton. Nee, recent onderzoek toont aan dat er ook een heel nieuw materiaal uitzinkt: een regen van plastiek.
Wetenschappers hebben zich lang afgevraagd waar al het plastiek blijft dat we produceren. Nu begint het te dagen dat we onze wereld aan het vervuilen zijn met kleine plastiekdeeltjes die zich overal nestelen in het milieu. Het moge dus duidelijk zijn: plastic is een heus ‘global change’ probleem. Sinds net iets meer dan 100 jaar zijn we de wereld aan het aanrijken met een stof (eigenlijk een grote verzameling van kunststoffen, die we plastiek noemen) die nooit eerder op de aarde aanwezig was. En op dit ogenblik hebben we geen idee wat de gevolgen daarvan zijn.
Het is dus tijd om te evolueren van een opkuismodus naar een vermijd- en hergebruikmodus . Wetenschappers hebben daar recent een belangrijke eerste stap gezet: ze hebben wereldwijd in kaart gebracht welke rivieren het meeste plastiek naar de oceaan brengen (Boyan Slat, initiatiefnemer van de Ocean Cleanup, nam ook deel aan deze studie, en denkt dus duidelijk ook al verder). Deze data kunnen een goede basis leggen voor doelgerichte maatregelen om te vermijden dat plastiek in het milieu terechtkomt, of om het op te vangen alvorens het in zee komt.
Zero Plastic Rivers, een voorbeeld van bij ons
Doelgericht werken is net wat het partnerschap Zero Plastic Rivers beoogt. Onderzoek geeft aan dat tot 80% van de plasticvervuiling in de oceanen terecht komt via rivieren en waterwegen. Zero Plastic Rivers werkt op basis van verschillende pijlers aan een oplossing voor de Schelde. De eerste pijler is een meetsysteem ontwerpen en implementeren, dat kan helpen om de plasticvervuiling te kwantificeren. De huidige gegevens over plasticvervuiling zijn vaak gebaseerd op inconsistente en onvolledige datasets. Er is nood aan een gevalideerd meetsysteem dat toelaat om effectief en efficiënt de plasticvervuiling van een rivier, waterweg of marien ecosysteem te meten. Hiertoe worden momenteel twee onderzoeksprojecten opgestart: een statistische analyse van steekproeven van plastic vervuiling op specifiek gekozen meetpunten en een project dat zich richt zich op een meetsysteem op basis van sensortechnologie.
Verder werkt Zero Plastic Rivers aan projecten omtrent preventie. Gerichte sensibilisering kan mensen aanzetten om te vermijden dat plastic in het milieu terecht komt. Tot slot onderzoekt Zero Plastic Rivers de mogelijkheden, methoden en middelen om plastic dat toch in het milieu is terecht gekomen te verwijderen, uiterlijk voor het de monding van een rivier of waterweg bereikt.
ERIC STRUYF, TOM MARIS en FILIP MEYSMAN
DIRK PAUWELS (Zero Plastic Rivers)