Dit artikel verscheen in de Standaard op 27 augustus 2025, geschreven door Tom Ysebaert. We kregen de toestemming om de tekst hier integraal over te nemen, waarvoor onze uitdrukkelijke dank aan Mediahuis. Het originele artikel vind je hier.
Vlaanderen telt veel grachten. Te veel, zeggen twee Antwerpse wetenschappers die het netwerk in kaart brachten. “Ze voeren het water af dat we tijdens droogte net nodig hebben. We moeten een groot deel ervan gewoon dempen. ”Vlaanderen telt veel grachten. Te veel, zeggen twee Antwerpse wetenschappers die het netwerk in kaart brachten. “Ze voeren het water af dat we tijdens droogte net nodig hebben. We moeten een groot deel ervan gewoon dempen.”
Hoe kan het dat we na een kletsnat 2024 dit jaar zo snel met waterschaarste te kampen kregen? Omdat we nog te veel water afvoeren, en dat langs talloze grachten, zeggen Jan Staes en Dirk Vrebos, wetenschappers van de Universiteit Antwerpen die in water en ecosystemen gespecialiseerd zijn. En omdat de overheid talmt om met zo’n kaart naar buiten te komen, doen zij dat nu maar zelf.
Ze baseerden zich op hun eigen watersysteemkaarten en op geografische informatie uit het Digitale Hoogtemodel, een publieke Vlaamse databank. Daaruit besluiten ze dat er in Vlaanderen tussen de 73.000 en de 81.000 kilometer grachten liggen.
Hun kaart (die niet publiekelijk beschikbaar is) toont een fijnmazig blauw dooraderd Vlaanderen. En dat is geen goed nieuws, vinden de twee wetenschappers. Eerdere studies hadden becijferd dat er in Vlaanderen ieder jaar tussen de 600 miljoen en de 1.100 miljoen kubieke meter water via drainage afgevoerd wordt naar zee. Een groot deel daarvan verdwijnt via die meer dan 70.000 kilometer grachten. Hoeveel precies, kunnen Staes en Vrebos niet zeggen.

Een gracht is voor hen een “lijnvormige verdieping in het landschap”. Dat is ruim genomen. Zo worden er wellicht grachten aangeduid die sommigen nauwelijks als zodanig zullen beschouwen, terwijl andere juist niet worden herkend. “Dat is eigen aan het systeem van beeldherkenning waarmee we gewerkt hebben”, zegt Vrebos. “Toch dragen ook smalle, ondiepe geulen bij aan de versnelde afvoer van water, zelfs als ze daarvoor niet bedoeld waren.”
Problematisch worden die greppels als ze in contact staan met het bodem- of grondwater. Dat wordt zo weggedraineerd voor het dieper in de grond kan doordringen. Dat gebeurt ook in de schijnbaar droge stukken waar de grachten door lopen en die helemaal niet ontwaterd hoeven te worden.
Het volstaat dat één gracht heel slecht ligt, op een cruciale plek voor de waterhuishouding, om een hele vallei droog te trekken. “Probeer in die context maar eens aan herstel van natte natuur te doen”, zegt Staes. “Dat is weggegooid geld.”
Als natuurbeheerders een gracht in natuurgebied willen dempen, krijgen ze bovendien vaak geen vergunning van de lokale besturen, verneemt Staes. “Die zijn bang dat er klachten komen van eigenaars wier grond drassig gaat worden.”
Omgeving mee vernat
Dat we een groot deel van de grachten moeten dempen, staat voor beide onderzoekers buiten kijf. Hoeveel en waar, daar spreken ze zich niet over uit. Soms zal het volstaan ze ondieper te maken of een stuw te plaatsen.
Vlaanderen zal in ieder geval keuzes moeten maken, benadrukt Staes. “Je kunt een natuurgebied niet vernatten als je het landschap errond niet ook natter maakt. Er zal altijd een bredere impact zijn. Landgebruikers en eigenaars garanderen dat het bij hen niet natter wordt? Sorry, dat gaat niet.”
Staes erkent dat de grachten, greppels, sloten of hoe je ze ook wilt noemen ooit met een goede reden aangelegd zijn. “Ze zijn het resultaat van eeuwen hard labeur. Vlaanderen was vroeger veel natter. Ooit was het nodig om land droog te leggen om het te kunnen bewerken en bewonen. Maar dat was in een ander klimaat, met meer wisselvallig weer en minder extremen zoals we die nu ervaren. Ook was er minder verharding en minder grondwateronttrekkingen.”

Dat oude klimaat is niet meer. Tijdens de langere periodes van droogte die we steeds vaker meemaken doen grachten vaak meer kwaad dan goed. “We zijn grachten blijven aanleggen en dieper maken. Maar ze voeren het water af dat we tijdens droogte net nodig hebben. Nu zitten we in een situatie dat het bijna onmogelijk is om water vast te houden, zoals de beleidsmensen toch willen als we plannen zoals de Blue Deal mogen geloven.”
Op de lange baan
Verschillende Vlaamse overheidsdiensten hadden al een grachtenkaart voorbereid. Daar kwam veel kritiek op van landbouworganisaties, Vlaams Parlementsleden en lokale politici. Zo was er twijfel over hoe een gracht gedefinieerd werd en bleken er op de eerste versie anomalieën te staan, zoals grachten die over daken van gebouwen liepen.
Aangezien vele grachten op privégrond liggen, komt ook het eigendomsrecht snel in beeld. Opmerkelijk in het patroon op de kaart van Staes en Vrebos is hoe grachten vaak de grenzen van percelen vormen. “Ze werden als afbakening gebruikt”, zegt Staes. “Dat maakt het meteen ook moeilijk om ze te schrappen, want dan moeten er al twee eigenaars akkoord gaan.”
Dat het erg gevoelig ligt, begrijpt de onderzoeker. “Landbouwers staan huiverig tegenover een nieuw instrument dat hun nog bijkomende milieuregels dreigt op te leggen. Zij moeten nu al afstand houden van waterlopen bij de bemesting.”
De lokale besturen moesten de ontwerpkaart van de overheid voor eind april van dit jaar valideren voor hun grondgebied. Na de felle kritiek liet minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (CD&V) weten dat die deadline uitgesteld werd. De nieuwe einddatum is nu november 2029. Na de volgende regionale verkiezingen dus, en voer voor een volgende Vlaamse regering.
Zolang kunnen we niet wachten, vinden Staes en Vrebos. “In onze kaart zitten ongetwijfeld eveneens nog fouten. Maar ook met een onvolmaakte kaart kun je werken aan een doordacht beleid. Er moeten nu belangrijke beslissingen genomen worden. Anders is ons landschap binnen tien jaar misschien onherroepelijk aangetast. En daar zullen grachten een belangrijke rol in gespeeld hebben.”
door TOM YSEBAERT, De Standaard, 27 augustus 2025
