Klimaatexpeditie Groenland

Deze post verscheen eerder als artikel in Gazet van Antwerpen op 2 augustus 2018. Wij danken Gazet van Antwerpen voor deze bijdrage aan onze blog.

Wie neemt tegenwoordig het woord ‘klimaatverandering’ niet in de mond? Maar om de staat van onze natuur te kennen, moet iemand wel de botten aantrekken en gaan meten hoe snel de ijskap smelt. Dat doet Patrick Meire (60), biologieprofessor aan de Universiteit Antwerpen, samen met zijn zoon en collega Lorenz. “Als het zo zwaar niet zou zijn, zou het zo leuk niet zijn. Avontuur is wat moeilijk is, toch gedaan krijgen.”

Wie in de polders komt, moet onrechtstreeks Patrick Meire kennen. In Kruibeke is namelijk een van de twee sluizen naar hem genoemd die twee keer per dag water van de Schelde in het natuurgebied laten stromen – een nabootsing van het ritme van het getij. Dat principe komt van Meire, en maakt dat de polders het grootste overstromingsgebied van Vlaanderen zijn.

Meiresluis De Meiresluis in Kruibeke

“Het is iets heel nieuws dat we daar hebben geprobeerd, een samengaan van techniek en het beschermen van natuurlijke processen. Dat moeten we doen in een leefgebied als het onze, waar elke vierkante meter door de mens is bepaald”, zegt Meire. “De wetenschap puur voor de wetenschap heeft mij nooit iets gezegd. Onderzoek leidt tot inzichten, en ik wil ook dat die inzichten impact hebben, dat er iets mee wordt gedaan. Aan het eind van mijn leven zal het dat zijn dat overblijft van mijn werk.”

We zitten op het terras van Meire aan zijn statige woning in het West-Vlaamse Damme. “Hier thuis kunnen komen, geeft mij zuurstof”, zegt hij. “En naar de unief in Antwerpen pendel ik met de trein, wat voor mij ook werktijd is. Met een plooifiets ben ik er vanaf het station zo. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid op deze planeet, iets dat we zelf in de hand hebben. Ik zeg het ook tegen mijn studenten, die vaak blikjes frisdrank drinken. Elk blikje maakt een verschil.”

We hebben het over zulke gewoontes en het voorspelbare leven van alledag. Op het terras staat een houten frame om een hangmat in vast te haken. Is dat niet wat het gewone, strak gestructureerde leven te bieden heeft? Het comfort van een hangmat, een geborgen gevoel? “Ja, heel wat mensen hebben daar nood aan, aan structuur die hen een gevoel van veiligheid geeft. Een heel leven lang hetzelfde werk doen, bijvoorbeeld.”

Knipsel Patrick en Lorenz Meire aan boord van het onderzoeksschip

“Maar als je avontuurlijk bent, of wil zijn, moet je dat bewust afstoten. Je moet een beetje een vrijbuiter zijn. Je weet niet wat er komt, maar als er iets op je pad komt, spring je erop. Je begint er gewoon aan. Het kan totaal fout lopen, maar het kan ook een enorm succes zijn”, zegt Meire. “Avontuur is voor mij de drang naar wetenschap, de drive om dingen te begrijpen, al van toen ik jong was. Weg van het alledaagse is voor mij avontuur.”

Een antwoord en een vraag

Meire haalt er een landkaart bij om te tonen waar hij volgende week (het interview dateert van half juni, red.) naartoe reist. “Ik heb dat avontuur zelf moeten afdwingen”, zegt hij, “want als professor heb je zoveel administratief werk en hol je van vergadering naar vergadering, dan schiet de essentie, het echte veldwerk, er bij in. Dus heb ik stop gezegd, want voor dat veldwerk ben ik bioloog geworden.”

Meire wijst op de kaart naar de grillige westkust van Groenland, waar om de vijftig, zestig kilometer een klein dorpje is gevestigd, en de hoofdstad Nuuk, met 15.000 inwoners. Meires zoon Lorenz, bioloog en bio-ingenieur, is een van hen en werkt er voor het klimaatinstituut.

Nuuk Nuuk, Groenland. (bron: visitgreenland.com)

Vader en zoon zullen inschepen op een onderzoeksschip in Ilulissat, en een traject afvaren om op te meten wat de impact is van het afsmelten van de gletsjers op het leven in de fjorden. “Vorig jaar hebben we dat ook gedaan, en nu verwachten we het resultaat te kunnen bevestigen. Mensen hebben soms een romantisch beeld van wetenschap, maar wetenschap is vooral heel veel hetzelfde opnieuw doen. Een antwoord levert telkens weer een vraag op.”

“U moet weten dat 90 procent van de inkomsten van de Groenlanders van de visvangst komt. De wateren voor de kusten zijn enorm visrijk – onze heilbot bijvoorbeeld komt er vandaan”, vertelt Meire. “Maar vorig jaar bleek dat in bepaalde fjorden het visbestand afneemt, en mogelijk is dat door het terugtrekken van de gletsjers (zie kader).”

De Meires meten samen met vier internationale collega’s de toestand van het water in de fjorden op, op verscheidene locaties en dieptes en zowel bij dag als bij nacht. Met geavanceerd materiaal dat tot duizend meter diep gaat, worden waterstalen opgehaald.

WerkterreinHet werkterrein

“Als daar minder algen of fytoplankton in zit, betekent dat ook minder zoöplankton, dat zich voedt met fytoplankton. En minder vis, die zich voedt met zöoplankton. Het neerlaten van de sonde duurt een uur, en even lang om ze weer naar boven te laten komen. Een zwemvest en een helm zijn dan echt wel nodig, en we controleren daarin mekaar, want dat soort veiligheidsmaatregelen is iets waar de Groenlanders minder belang aan hechten.”

“De bemanning van de boot bestaat uit zes Groenlanders. Waar zij wel heel sterk in zijn, is hun voortdurende aandacht voor veranderende omstandigheden. Van boven de ijskap kan de wind soms heel plots opsteken, en zij kunnen daar heel snel op inspelen. Hun zintuigen werken heel goed. De mens is daartoe uitgerust, maar wij hebben het in onze moderne wereld verleerd, door in comfortabeler omstandigheden te gaan leven.”

KrabbenCollega’s van vader en zoon Meire, die biodiversiteit aan krabben bestuderen. Zal de biodiversiteit veranderen door de klimaatverandering?

“De Groenlanders, of Inuit, vissen meestal nog in kleine, open bootjes, soms met de hele familie: ouders, kleine kinderen en grootouders, zonder zwemvest. Hun leven is totaal niet vergelijkbaar met het onze, zij zijn afhankelijk van natuur en weer.”

Nietig

Naast water worden er op het onderzoeksschip ook tonnen vis gevangen. “Met één net halen we in twee uur tijd 650 kilo heilbot op”, zegt Meire. “We sorteren de vissen en tellen, meten en wegen ze. Sommige krijgen een tag, zoals bij vogels gebeurt, en die werpen we terug in zee. Als ze opnieuw gevangen worden, kun je die data opvolgen. Om inzicht te krijgen, heb je langetermijndata nodig, jarenlang onderzoek om evoluties te kunnen waarnemen. Op satellietbeelden is wel te zien dat de ijskap opschuift, maar wat het effect op organismen is, dat film je niet vanuit de ruimte.”

heilbot Collega-onderzoeker met Groenlandse heilbot

Onvoorstelbare proporties

“Op zo’n boot voel je je heel klein”, vertelt Meire. “De gletsjers zijn vijf tot acht kilometer breed, met een wand van 120 meter hoog. De fjord kan meer dan een kilometer diep zijn, een ijsberg gemakkelijk 500 op 500 meter groot, en 100 meter hoog. Het zijn proporties die je, zonder er te zijn, niet kunt voorstellen. Je beseft hoe klein je bent en hoe krachtig de natuur is. Je kunt op een vlakke zee aan een gletsjer dobberen, en in een vingerknip kan een ijsberg afkraken, wat tot een tsunami kan leiden. Daar besef ik heel goed: als er nu iets gebeurt, dan is het gedaan.”

IMG_7731 Naast een gletsjerwand van 120 meter hoogte voel je je klein.

“De risico’s tijdens zo’n avontuur zijn veel groter en reëler. Je kunt in Groenland niet zomaar een ambulance bellen die achter de hoek staat te wachten. In bepaalde fjorden vorig jaar was er geen contact mogelijk. Als je dan overboord slaat, dan heb je vijf, misschien tien minuten om opgevist te worden, anders haal je ‘t niet. Je moet proberen de veiligheidsrisico’s te minimaliseren, maar de risico’s mogen je ook niet tegenhouden, anders kom je nergens.”

Avontuurlijke Oosterschelde

“Avontuur is een mindset, een gedrevenheid. Een van mijn andere grote liefdes zijn zeilschepen. Ik droomde ervan om met een driemaster te zeilen – wat ik dan ook gedaan heb. Ik wou met de touwladder naar boven, maar ik heb hoogtevrees. Wel, als je avontuurlijk bent, dan doe je dat tóch. Ik heb daarboven gestaan, terwijl de meeste mensen met hoogtevrees dat allicht niet zullen doen.”

“Ik ben er nu 60, maar ik voel mij nog precies hetzelfde als toen ik aan mijn doctoraat begon. Ik had de optie om onderzoek te doen in de IJzermonding, maar de avontuurlijkere Oosterschelde als groter systeem trok mij aan. Ik heb er 300 dagen veldwerk gedaan: vogels observeren en bodemstalen nemen, om de impact van de bouw van de stormvloedkering op watervogels en bodemfauna te meten. In alle omstandigheden: ‘s zomers bij 35 graden, ‘s winters bij -10, telkens vanaf dat het water begon te zakken, een volledig tij lang, tot het acht tot tien uur later weer opkwam.”

“Soms werkte ik dagen van achttien uur, en ik ben dan ook een keer staand op een boot in slaap gevallen. Enorm zwaar was het, maar het stak nooit tegen, het gaf me juist een kick. Die krijg je als je moeilijke omstandigheden toch kunt overwinnen. Labo-onderzoek kan ook boeiend zijn, maar de condities zijn voorspelbaarder. Dat maakt het minder avontuurlijk.”

Sinds 2000 doet professor Meire, samen met zijn studenten, jaarlijks onderzoek naar de interactie tussen water en vegetatie in het Biebrza Nationaal Park in Polen, het grootste moerasgebied van Europa, met een enorme biologische rijkdom. Er leven wolven, elanden, zeldzame vogels… “Dat spectaculaire veengebied is heel belangrijk: de productie van biomassa is groter dan de afbraak, wat betekent dat koolstof er wordt opgeslagen. Daarvoor moet het water hoog genoeg staan, en dat is precair.”

BierzaDe Biebrza-wetlands in Polen (foto: travelpoland.info)

Is die avontuur-knop iets dat je kunt uitzetten? Tijdens een zonvakantie bijvoorbeeld? “Nee, onze vakanties zijn altijd avontuurlijk geweest, en nu nog – dat versterkt mekaar. Zo’n vakantie aan een strand of zwembad? Voor geen geld ter wereld. Wij trokken met onze kinderen altijd naar het noorden, trektochten doen, onze eigen vis vangen en opeten”, vertelt Meire. “Je moet het leuk maken voor kinderen, en dan krijgen ze ook de avontuurlijke microbe.”

“Een collega zei ooit: je moet de verwondering van een kind je leven lang behouden. Een kind is een onderzoeker. Ik zie het nu ook bij mijn kleinkind, dat wegkruipt om de wereld te verkennen. Dat moet je blijven doen. Ga op zoek, liefst waar het een beetje spectaculair is, niet langs platgetreden paden.”

SYLVIA MARIËN (Gazet van Antwerpen)

Bewerkt voor de blog door ERIC STRUYF

Deze post aangaande de wetenschappelijke campagne van Patrick Meire in Groenland verscheen eerder als artikel in Gazet van Antwerpen op 2 augustus 2018. Wij danken Gazet van Antwerpen voor deze bijdrage aan onze blog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s